TuinBiotoop
e. Bomen & onderbegroeïng

Het planten van een boom in je tuin biedt talloze voordelen. Ten eerste, bomen verbeteren de luchtkwaliteit door koolstofdioxide op te nemen en zuurstof af te geven. Ze bieden ook schaduw, wat je huis koeler kan houden en je energiekosten kan verlagen. Daarnaast ondersteunen bomen de biodiversiteit door een habitat te bieden aan vogels, insecten en vele andere soorten. Ze helpen ook bij het beheersen van waterstromen en verminderen bodemerosie. Bomen kunnen de esthetische waarde van je tuin verhogen en het gevoel van rust en welzijn bevorderen. Ze zijn meestal onderhoudsarm, vooral als je inheemse soorten kiest die goed aangepast zijn aan de lokale omstandigheden. Bovendien kunnen bomen de waarde van je woning verhogen. Ze dragen bij aan het bestrijden van klimaatverandering door koolstof op te slaan. Ze zijn een blijvende erfenis voor toekomstige generaties.
☀️ zon tot halfschaduw
🍽️ voedingsarme tot rijke bodem
🐞 trekt zeer veel nuttige insecten aan
🌼 tot 20 dagen bloei
💧 zeer droge tot zeer natte bodem
💰 relatief lage kost
👨🌾 zeer weinig onderhoud
👣 niet interessant dicht naast een pad, woonst of omheining
🎓 geen kennis vereist
🐦 lokt veel vogels
👓 brengt schaduw in zomermaanden

Kies voor inheemse bomen met snelverterende bladeren 🍂 Deze bomen verbeteren de bodemkwaliteit doordat hun bladeren relatief snel afbreken met hulp van bodemdiertjes. Ze ondersteunen de lokale fauna veel beter dan uitheemse bomen, omdat ze een natuurlijk puzzelstuk vormen dat perfect past bij de streekeigen dieren. Bovendien zijn deze bomen beter aangepast aan de lokale omstandigheden, waardoor ze minder onderhoud en water nodig hebben. In tegenstelling tot wintergroene bomen, die vaak meer onderhoud vergen, zorgen inheemse bomen voor een gezonde en duurzame tuin.
#1 Klaarmaken van de bodem > augustus
Een boom kan in één groeiseizoen zowel in breedte als in hoogte sterk groeien. Zorg er daarom voor dat je voldoende ruimte hebt, minstens 3 meter van je perceelsgrenzen en je woning vandaan. Kies de locatie van je boom op voldoende afstand van plekken waar je vaak loopt. Langs wandelpaden en zitplaatsen is het verstandig om een bufferruimte van 2 meter in te calculeren, zodat de nieuwe wortels niet tegen de verharding aan groeien.


Heb je ruimte in overvloed en plant je een boom in functie van inkijkbelemmering van je buren, dan kan je er voor kiezen om 3 bomen zeer dicht bij elkaar te planten. Zo ontstaat er een grote takkenhoeveelheid die ook als de bladeren er af zijn in de winter voor een scherm tussen jou en je buren zal zorgen. Best beperken tot 1 soort, zo zullen ze elkaar versterken in de bodem.

Waar je gaat aanplanten wil je starten met blote grond, dus haal je de nog aanwezige vegetatie van de bodem af door af te plaggen. Deze toplaag voer je best ook af, dan ben je meteen ook van een hele hoop vervelende onkruiden vanaf. Plant je een klein boompje, dan krijgt je nieuwe tuingast zo ook meer groeikansen.

Van nature kennen we in onze streken een voedingsarme bodem en ben ik meestal voorstander om dat ook zo te houden, omdat dit samenhangt met plantensoorten waar onze inheemse natuur afhankelijk van is. Omdat het planten van een boom al een redelijk grotere klus is met hogere kost, adviseer ik hier voor dit specifieke tuinbiotoop om ditmaal wel compost te gebruiken. Ik leg je even uit waarom;
In een natuurlijke situatie kiemen neergevallen boomzaden meestal dicht bij hun moederboom. Deze moederboom heeft door elk jaar haar bladeren te laten vallen, de bodem al verrijkt met essentiële voedingsstoffen voor de nieuwe scheut. Deze natuurlijke bemesting, ook wel bladcompost of mulch genoemd, biedt de perfecte voedingsbodem voor haar nakomelingen om sterk en gezond te groeien. Je kunt het verterende blad eigenlijk zien als de moedermelk van bomen, boordevol belangrijke bacteriën die cruciaal zijn voor de groei. Wanneer je een boom koopt, zorgen we er dus voor dat de bodem wordt voorbereid met compost, zodat je nieuwe tuingast zich meteen thuis voelt. In de eerste jaren is je nieuwe boom namelijk sterk afhankelijk van de voedingsstoffen die normaal door de moederboom zouden worden geleverd. Dus, door compost toe te voegen, geef je je boom een vliegende start, net zoals de natuur het bedoeld heeft!
Bovendien helpt compost de bodem om water vast te houden, wat vooral handig is tijdens de eerste hittegolf die de boom moet doorstaan. De micro-organismen in compost bestrijden bodemziekten en plagen, waardoor de boom gezonder blijft. En laten we niet vergeten dat wormen en bacteriën dol zijn op dit ‘zwarte goud’ van Moeder Natuur, wat bijdraagt aan een levendige bodem voor uw nieuwe boom.

#2 Planten aankopen
Ik raad je aan om je boomsoort te selecteren via bomenwijzer.be, een handige tool van Ecopedia, het Wikipedia voor onze natuur in Vlaanderen. Op deze website kun je door enkele filters toe te passen de perfecte boom voor jouw locatie vinden. Het correct toepassen van de filters, zoals volwassen hoogte en bodemsoort, is van groot belang om een succesvolle boom te kiezen. Op dit kaartje kun je zien welk bodemtype voor jouw tuin van toepassing is.
Kies zeker voor inheems plantgoed of een nauw verwante cultivar. Dit zijn planten waar onze streekeigen insecten op afgestemd zijn tot op het DNA.
Koop ook je boompaal. Gebruik een stevige, duurzame paal van hout of metaal.
Enkele toppers die ik aanbeveel:
Euonymus europaeus
Ideaal voor een kleine tuin.
Meerstammig is hij zeer trendy middenin een lagere border. Zeer mooie vruchten en herfstverkleuring. Moeilijk verkrijgbaar in boomvorm, maar een hoge struik van deze soort kan je zelf ook gemakkelijk tot een boom van 5-6 meter laten uitgroeien. Ideaal voor droge zandgronden. Kan zonder boompaal geplant worden.
Sorbus aucuparia
Eerder een kleine boom met een matige groeisnelheid en snel verterend blad (net zoals de andere aanbevelingen hier).
Niet interessant naast beklinkerde tuinpaden owv oppervlakkige worteling.
Trekt de zanglijster en spreeuwen aan voor de vruchten, alsook bijen voor de bloesem. Doet het ook in de stad op arme zandbodems goed.

#4 Aanplanten > september - oktober
- Giet je boom enkele uren voordat je hem gaat planten nog eens overvloedig met regenwater. Heb je een boom met een bloot wortelgestel gekocht, leg hem dan een uurtje in niet te koud water. Bij een boom in pot of met een kluit kun je bovenop de wortels water gieten.
- Ga naar je vrijgemaakte bodem en teken met behulp van wit- of zandbakzand een cirkel op de plek waar je de boom gaat planten. De cirkel moet twee keer de doorsnede hebben van je pot, kluit of wortelgestel. Dit wordt de breedte van je plantgat dat je mag uitgraven. Graaf het gat 20 cm dieper dan de hoogte van je pot, kluit of wortelgestel.
- Gooi drie handen vol compost in het plantgat en meng dit met de grond onderin.
- Plaats je boom in het plantgat en plaats naast de kluit een boompaal aan de Westelijke kant. Die moet minstens 60cm diep komen. Eventueel gebruik je hier een grondboor voor. Zet de paal ongeveer 30 cm van de stam van de boom.
- Vul de spatie in het plantgat voor de helft met regenwater.
- Voordat je de grond uit het plantgat rond je boom schept, meng je er eerst compost doorheen. Voor een klein boompje minstens 30 liter. Voor een grote boom met een grote kluit mag je als hoeveelheid toe te voegen compost het volume van de kluit nemen. Vul de ruimte in je plantgat zo op dat de bovenste wortels of de kluit ongeveer 1-2 cm onder de grond zitten. Druk de grond goed aan met je voeten en verspreid eventueel de rest van je compost over de bodem, maar breng het niet als een vulkaan tegen de stam aan.
- Bevestig de boom. Gebruik boomband of touw om de boom aan de paal te bevestigen, maar zorg ervoor dat het niet te strak zit om schade te voorkomen. Controleer regelmatig en zorg ervoor dat de bevestiging niet te strak wordt naarmate de boom groeit.
- Oeps? Komen er na het planten toch wortels boven de grond? Haal de boom er dan weer uit en plant hem op de gewenste hoogte.
Gaat het binnenkort niet regenen? Dan kun je ervoor kiezen om maximaal twee keer per week, 's ochtends, te besproeien met opgevangen regenwater. Doe dit echter niet voor een lange periode, want daar wordt de boom lui van. Veel besproeien (of veel regen) zorgt ervoor dat de boom niet diep wortelt, wat juist belangrijk is bij een eerste hittegolf. Giet het water over de volledige oppervlakte van de plantput, niet alleen tegen de stam.


Door aan te planten in een periode dat de bodem nog warm is (september-oktober), zullen jonge bomen nog lichtjes nieuwe wortels aanmaken voordat de winter begint. Wanneer de boom in het volgende voorjaar weer een groeispurt krijgt, zal hij hierdoor een fysiek voordeel hebben en gewapend zijn met stevigere wortels wanneer de eerste hittegolf toeslaat.
# 5 groeiperiode > einde winter - juli
In deze periode is het aan te raden om kiemende onkruiden rondom je aanplant te monitoren. Zo kun je wieden waar nodig. Ook zullen er andere, wel leuke kruiden spontaan opkomen die je eventueel kunt laten staan. Zeker als het kruiden zijn die maximaal 50 cm hoog worden, kun je ze de vrije loop geven onder je boom. Ze dienen als bodembedekker onder je nieuwe boom, waar je pas binnen twee jaar een rijke bloesem van mag verwachten. Door onder je boom een bodembedekkende vegetatie te voorzien, creëer je een microklimaat dat een extra tuinbiotoop vormt.
Weet je niet goed wat wel en niet weg moet? Geen probleem, dat is ook niet eenvoudig. Daarvoor kan ik je de herkennings-app ObsIdentify aanbevelen. Doorgaans gebruik ik zelf in dit biotoop de regel: komt er wel een bloemknop in, maar geen mooie en duidelijke bloemen? Dan hoort hij er meestal niet thuis. Wordt het ook nog eens veel hoger dan 15 cm? Meteen wieden voordat er zaden aan komen en de plant zich kan verspreiden!

# 6 snoeien & verder onderhoud
-
Snoeien doe je alleen als takken tegen elkaar schuren of als ze te laag komen te hangen. Een gezonde boom die je snoeit, zal je levenslang moeten blijven snoeien. Door telkens een volledige tak tot op de stam te verwijderen, kun je dit beperken. Als je snoeit verwijder dan eerst takken die ziek, dood of beschadigd zijn. Ook takken die elkaar kruisen of naar binnen groeien om de luchtcirculatie te verbeteren. Maak sneden net buiten de takkragen om de snoeiwonden klein te houden en de genezing te bevorderen.
-
Voor de rest blijf je er helemaal af tot hij na tientallen decennia zelf zijn geest geeft. Dan kun je aan ecovelling doen en de takken die bij het neervallen een gevaar zouden kunnen vormen uit de boom verwijderen. Laat echter zoveel mogelijk staan, want ook dood hout is van ecologische en biodiverse waarde.

- Waar naartoe met je vallende of gesnoeide takken? Je kunt ze verzamelen in een takkenril, niet te ver van je boom verwijderd, zodat de boom de voedingsstoffen hiervan kan terugkrijgen.

-
Waar naartoe met bladval? Laat het gewoon onder je boom liggen als mulchlaag (een natuurlijke composteringslaag). Ligt het op plaatsen waar je het niet wilt? Maak dan in de directe nabijheid van je boom een bladhoop of bladkorf om ophopende bladeren te verzamelen. Door natuurlijke compostering is het de voedselvoorziening van je boom en een enorm biodivers habitat.

- Bemest nooit met korrelvormige meststoffen!
Dit bevordert de groei van grassen en vervelende (on)kruiden.

- Gaat er wat plantgoed dood en krijg je kale plekken?
Dan kan je in het eerst volgende najaar er nieuwe bomen planten, best een andere soort.
- Bodemverdichting is een storende laag die kan ontstaan door te veel betreding, maar meestal is het eerder een gevolg van (bouw)voertuigen, waardoor de bovenste grondlaag te hard in elkaar geperst raakt. Op deze plekken groeien bomen moeilijker. Je kunt dan met een riek of woelvork je bodem oplichten. Zit de bodemverdichting dieper dan 30 cm, dan heb je een probleem en kun je het beste een professional laten komen om de volledige oppervlakte weer luchtig te maken en deze storende laag te doorbreken.


- Geef je boom regelmatig regenwater, vooral in de eerste paar maanden na het planten, om de wortels goed te laten vestigen. In droge periodes kun je dit tot twee keer per week doen. Geef bij voorkeur 's ochtends water, omdat dit de kans op schimmelziekten vermindert en ervoor zorgt dat het water goed in de grond kan trekken voordat de hitte van de dag begint. Zorg ervoor dat de grond rondom de wortels goed doordrenkt is; een diepe bewatering is beter dan vaak een beetje water geven, omdat dit de wortels stimuleert om dieper te groeien. Giet het water niet alleen bij de stam, zodat alle wortels water krijgen. Breng een laag compost aan rond de basis van de boom (maar niet direct tegen de stam) om vocht vast te houden en de grondtemperatuur stabiel te houden.
Blijft je aanplant last hebben van droogte? Dan kan ik je deze boomsoort aanbevelen: Grauwe Abeel.

technisch schema: credits > Tuinrangers.be
- Is het te nat? Dit is meestal een probleem van bodemverdichting. Als je tuin in een watergevoelig gebied ligt, kun je het beste je bomen combineren met een wadi. Een verlaging in het reliëf waarin overtollig water kan samenkomen, is voldoende. Plant gerust je bomen hierin. Zodra het water in de bodem is geïnfiltreerd, kun je hier gewoon weer doorheen lopen om je bomen te monitoren of te snoeien. Het vormt een biotoop op zich! Denk dan aan waterminnende boomsoorten zoals de zwarte els (Alnus glutinosa), de gewone es (Fraxinus excelsior), sporkehout (Frangula alnus), vogelkers (Prunus padus), grauwe wilg (Salix cinerea), katwilg (Salix viminalis) en Gelderse roos (Viburnum opulus).


Het gebruik van een drietand, hak of schoffel tussen je planten kan de wortels beschadigen, de structuur en het bioleven van de bodem verstoren. Dit leidt vaak tot stress voor je boom, waardoor hij vatbaarder wordt voor ziekten en plagen. Het is beter om handmatig te wieden, maar nog beter is het om bodembedekkers te gebruiken die onkruid onderdrukken.
TIPS:
Tip 1. Plant er vroege voorjaarsbloembollen onder
Plant vroege voorjaarsbloembollen onder je bomen. Eens je deze geplant hebt, kun je er vele jaren plezier van hebben. Wanneer je in zomermaanden gaat snoeien dan zijn deze plantjes bovengronds al verdwenen en kun je er met een gerust hart overheen lopen. Ze bieden de eerste stuifmeel- en nectarvoorziening van het jaar. Krokussoorten zijn bijzonder geliefd bij hommels. Ik raad aan om ze in herhalende groepjes van dezelfde soort te planten, zodat je een nette maar toch natuurlijke structuur behoudt. Dit is mooi aan de voeten van je houtgewassen, op plekken waar je vanuit de woonkamer of keukentafel goed zicht op hebt, of langs wandelpaden en terrassen.

Help onze natuur en koop planten aan met het BIO-logo van de Europese Unie. Het EU-biologo geeft een coherente visuele identiteit aan biologische producten die in de Europese Unie worden geproduceerd. Het maakt het gemakkelijker voor ons als consument om biologische producten te herkennen en helpt land- en tuinbouwers om hun biologische producten in de hele EU op de markt te brengen. Kies je voor BIO, dan zitten er geen chemische of synthetische bestrijdingsmiddelen op de plant die oa. onze bijen en vlinders zouden vergiftigen.
-
droge bodem:
Blauwe druifjes (Muscari botryoides)
Boerenkrokus (Crocus tommasinianus)
Bonte krokus (Crocus vernus)
Gewone vogelmelk (Ornithogalum umbellatum)
Oosterse sterhyacint (Scilla siberica)

-
vochtige bodem:
Sneeuwklokje (Galanthus nivalis)
Boerenkrokus (Crocus tommasinianus)

Tip 2. Plant er kruiden onder als onkruidwerende vegetatie
Plant kruiden onder je bomen als onkruidwerende vegetatie. Onder het motto “waar al iets is, kan niets anders zijn,” ben ik er fan van om direct na het aanplanten van je boom er kruiden onder te zaaien of planten. Deze bedekken het bodemoppervlak en weren onkruid.

Mijn voorkeur gaat naar soorten die ook in de winter hun bladeren behouden en zo extra onkruidwerend zijn:
Tip 3. Snoeien in de zomer houd je boom gezond
Door zieke, dode of beschadigde takken te verwijderen, verbeter je de algehele gezondheid van de boom. In de zomer is het makkelijker om de structuur van de boom te beoordelen, omdat de boom volledig in blad staat. De snoeiwonden genezen sneller in de zomer, wat de kans op infecties vermindert. Zeker ABC-bomen zijn gevoelig voor sapverlies (bloeden) als ze in de verkeerde periode worden gesnoeid. De term “ABC” staat voor: Acer (Esdoorn), Betula (Berk) en Carpinus (Haagbeuk). Ook de Juglans (Notenboom) en Vitis (Druivelaar) vallen onder deze categorie. Hoe snoei je ABC-bomen dan? Snoei deze bomen tussen juni en oktober wanneer ze volledig in blad staan. Snoeien in de winter kan leiden tot bloeden, wat de boom verzwakt.
Maar nogmaals, snoei enkel indien het nodig is om gevaar te voorkomen, en lieft de hele tak weghalen tot op de stam. Zieke en dode takken mag je natuurlijk altijd verwijderen.
Snoei niet meer dan 20-25% van de takken in één keer om de boom niet te verzwakken.
Draag altijd beschermende kleding, zoals handschoenen en een veiligheidsbril, en gebruik een stevige ladder indien nodig
